donkere dag
8-12-2005
gelezen: Stoom van Willem van Toorn
eisjen viel aanvankelijk voor de omslagfoto, maar was blij verrast na het lezen.
ik heb ‘m aangeschaft voor deze donkere dagen, goddomme wat heb ik daar toch een hekel aan.
amper is het licht uit, of er is alweer ergens wat aan dus Willem van Toorn!
zijn magnum opus?
zijn “verhaal van een middag” [�]
———————————————————————————————————————
gelezen:
zaterdag Ian McEwan
6-12-2005
van de blurb: Zaterdag vertelt een dag uit het leven van neurochirurg Henry Perowne, namelijk zaterdag 20 februari 2003, de dag waarop wereldwijd het grote protest tegen de Irak-oorlog plaatsvond. Midden in de nacht wordt Perowne wakker en als hij uit het raam kijkt ziet hij een brandend vliegtuig. Vanaf dat moment [�]
———————————————————————————————————————
gelezen:
geluk van een tuin van peter verstegen
6-12-2005
emile claus: le vieux jardinier 1885
zo ziet tuingeluk eruit!
gelezen: “het geluk van een tuin” van Peter Verstegen.
in “vruchtbare aarde” een
artikel
dat het boek samenvat en ook het prachtige plaatje.
het verlangen naar mijn tuin(tje) is groot maar ook merkwaardig zo vlak voor kerst.
we waren/zijn niet voor veel kerstgedoe, maar nu komen L en S .
———————————————————————————————————————
gelezen: dikke dame van hanneke groenteman
De Bezige Bij. €14,90.
Een fascinatie voor dikkerds
CORRIE VERKERK
Hanneke Groenteman is dik. En ze wil het weten, want ze schreef er alweer een boek over. Dikke Dame gaat over het gevecht met het dieet, maar ook over de fascinatie voor de Dikke Dames van de kermis, van wie er eentje Henk heette.
Weightwatchers, alleen maar eieren, Atkins, groentesappen en ooit – ik beken het met de nodige gène – het enige, echte Demis Roussos-dieet. Kilo’s afvallen en weer aankomen, de weegschaal de deur uit doen, maar toch elke dag voor de spiegel. Het jojo-effect. Het is het lot – of beter gezegd het leed – van iedere dikke(re) dame. Hanneke Groenteman schreef er al eerder over in Doorzakken bij Jamin.
En nu is er dan Dikke Dame. Over haar eigen dikke dame-zijn, maar vooral ook over de Dikke Dame van de kermis. Als meisje van acht zag ze haar voor het eerst: Big Edda. ‘Zij eet, klonk het, tien broden per dag en daarop vijf pakjes roomboter.’ Hanneke raakte gefascineerd. Zelf worstelde ze ook met die kilo’s. ‘Ik vond mezelf dik, dweepte met dun.’
Maar lijnen hielp niet. De verleidingen waren te groot. ‘Het was toen dat het idee ‘Dik is minder waard, dik is minderwaardig’ zich in mijn geest heeft vastgezet. En talloze malen in mijn leven, als ik, soms gelukkig, soms ongelukkig, de jojo danste, dacht ik stilletjes van binnen: geluk is met de slanken. Mijn verstand weet dat dat niet zo is, maar een gevoel dat je al zo lang bij je draagt, is bijna ongeneeslijk.’
Haar moeder zou later de lijnpogingen van haar dochter nauwlettend bijhouden: ‘Han mag van dieet alleen biefstuk en sherry. Had zelf flesje sherry bij zich.’ ‘Han hier gegeten: had zelf blik Joegoslavische groente bij zich: dieet.’
Maar ook: ‘Han goed afgevallen. Vrolijk! Ja, maar voor hoelang?’
Thuis was het ook niet altijd vrolijk. Hannekes ouders hadden het verdriet uit de oorlog meegenomen en ook haar inwonende tante Mary had ‘heel wat meegemaakt’. Als ze er als meisje naar vroeg, kreeg ze te horen: ”Vertellen we je later wel.”
‘Het had iets met belzen te maken. Belzen?’ Geen idee! Tante Mary noemde haar – tot haar afgrijzen – ook nog eens ‘bollie’. ‘Tante Mary kreeg alles gedaan, vanwege die belzen. Niet eerlijk.’
De verhalen van haar familie verweven zich in Dikke Dame met het onvermijdelijke ‘levenslang lekker eten’ (en ‘diëten’), schaamte, maar ook ultiem genot. Ontroerend, dan weer om je rot te lachen en o zo herkenbaar voor gezette lotgenoten.
Een vakantieliefde die haar – na ‘een moordend dieet’ – maant weer ‘een vollere vrouw’ te worden, brak uiteindelijk de ban van de lijn. Ineens raakte ze zelfs gefascineerd door dikke mensen. En ook de Dikke Dame keerde terug in haar herinnering. Evenals dier dochter Miss Lola (‘Achttien jaar en al vijfhonderd pond’). Wat toch van hen geworden was? Waren ze gelukkig met hun omvang? Trots misschien?
Na enig speurwerk bleek Big Edda Marietje van Wanrooy te heten. Ze was inmiddels overleden, maar haar dochter leefde. En ze heette Henk. Dat was, op z’n zachtst gezegd, een verrassing. Als dik jongetje, vertelde hij, was ‘bekonkeld’ dat hij best als meisje kon optreden. Het bezwaarde hem eerst. Maar geld was geld, zei zijn moeder. Later zou hij ook alleen als Miss Lola doorwerken.
Hanneke en Henk zagen elkaar dikwijls (‘Dikke Henk en dikke ik’) en zij tekende zijn verhalen op. De geschiedenis van moeder en zoon, en van het kermisleven.
Of Henk zijn moeder dik vond? Daar had hij nooit zo bij stil gestaan. ‘Later dacht ik wel: er zal wel iets zijn dat abnormaal is, want we kunnen de kost ermee verdienen.’
Wat Hanneke niet kon vermoeden, was dat ze schreef aan een zwanenzang. Na een warme zomerdag en een bezoek aan de Tilburgse kermis begaf Henks zwakke hart het. De Dikke Dame was dood. Maar in Groentemans verhalen leeft hij voort als een stukje levende en ontroerende geschiedenis.
Het Parool, 16-02-2006
Stuur dit artikel naar een bekende
———————————————————————————————————————
gelezen: alleman van philip roth
Wereldpremière van de nieuwe Philip Roth
Vandaag verschijnt de nieuwe roman van Philip Roth in het Nederlands, een maand voor de Engelse versie. ‘Everyman’ tast de dood af. Onverstoorbaar, maar ook indrukwekkend aangrijpend.
DRIEENZEVENTIG is Philip Roth vorige maand geworden, en hij roemde onlangs de cover van zijn nieuwe boek. In een zeldzaam en weerom zuchtend interview, een paar maanden geleden, verklaarde hij goedkeurend dat die cover op een grafzerk zou lijken. Dat blijkt nu. Helemaal zwart, met enkel een dunne rode lijn rond een titel in witte letters. Everyman . In het Nederlands, een beetje goedkoop, Alleman .
Heeft Philip Roth, zoals wij allen a dying animal – de titel van een roman van hem uit 2001 – met dit nieuwe boek dus zijn eigen grafschrift geschreven? Bestaat voor hem het leven uit de dood? In de jaren vijftig debuteerde de joods-Amerikaanse Roth nochtans met een verhalenbundel vol humor. Vooral het komische Portnoy’s Complaint , tien jaar later, vestigde zijn naam als literair talent, al was het boek erg omstreden. Philip Roth bedreef geniaal een joodse vorm van humor, met flink wat relativering en zelfspot.
Maar de ouder wordende Philip Roth heeft andere bekommernissen. De voorbije decennia is hij uitgegroeid tot een van de grootste Amerikaanse auteurs, al waren zijn romans niet altijd even geniaal – lees bijvoorbeeld eerder het verfilmde The Human Stain dan Sabbath’s Theater , en eerder I Married a Communist dan The Prague Orgy . Zowat iedereen is het erover eens dat Roth steeds beter ging schrijven. Zijn beruchte nukkigheid bij elk openbaar optreden werd er niet minder om, al zou hij in persoonlijke contacten een heel ander mens zijn.
Nukkig of niet, sinds de dood van Saul Bellow in 2005 is Roth het uithangbord van de joods-Amerikaanse literatuur geworden (zelf haat hij die term). De onlangs gestarte heruitgave van zijn werk in de reeks Library of America – ook al met zwarte covers – zet die status in de verf. Het laatste deel zal verschijnen wanneer Roth tachtig wordt, in 2013. Roth heeft zelf zijn perspectief op onsterfelijkheid een flinke duw in de rug gegeven door in 2004 The Plot Against America te publiceren. Ondanks het wat rommelige einde is dit een indrukwekkende en nu al klassieke roman, no less . Het uitgangspunt was ambitieus: wat als in de VS een president met nazi-sympathieën aan de macht was gekomen tijdens de Tweede Wereldoorlog? Die ambitie maakt Roth nog waar ook. Het thema is symptomatisch voor zijn toegenomen ernst en zijn grote bezorgdheid om zijn romans over onze tijd te laten spreken.
The Plot Against America wierp zijn schaduw vooruit. De opvolger zou tegen die hoge verwachtingen moeten opboksen. Het is niet de enige schaduw die over Everyman hangt. De roman voelt, wordt zelfs gevoed door de schaduw van de dood. Hoe ga je om met het einde, dat al aan je begint te trekken lang voor het er is? Na het macropolitieke uitgangspunt van The Plot Against America is Roth afgedaald naar het allerindividueelste moment van de einde. Maar zijn evocatie ervan is – hoewel hard – weer ontroerend universeel.
Een citaat vat deze nieuwe, dunne roman (een dikke tweehonderd bladzijden, met veel wit ) mooi samen. ,,Hij was drie keer getrouwd, had maîtresses gehad en kinderen en een interessante baan waarin hij succes had, maar nu leek het ontsnappen aan de dood de voornaamste bezigheid van zijn leven te zijn geworden en het lichamelijk verval zijn enige verhaal.”
Dat is het in wezen zo een beetje. Een man, eenzaam door zijn ouderdom, door zijn daden en zijn onvermogen om zich uit te drukken, heeft niet eens een naam in dit boek. Misschien staat zijn naam wel op de cover, in het Nederlands dus Alleman, maar het had evengoed Elckerlijc kunnen zijn.
Voor die titel schuilt binnenin de roman een verklaring. De winkel van everyman’s vader heet Alleman Juweliers . Maar everyman verwijst vooral naar het gelijknamige middeleeuwse allegorische toneelstuk. De Middelnederlandse versie van datzelfde stuk draagt de titel Elckerlyc . De oudste bekende druk van dat toneelstuk dateert van 1496. Wetenschappers discussiëren erover welke versie de oudste is: de Vlaamse of de Engelse. In het eerste geval zou deze roman van Philip Roth dus zijn gebaseerd op een Vlaams toneelstuk.
In ieder geval moet Elckerlijc in dit rederijkersstuk op pelgrimstocht, symbool voor de dood. Hij ontdekt dat het aardse bezit waarop hij geteerd heeft, hem niet wil vergezellen. Zijn leven lijkt dus een maat voor niets te zijn geweest. In verschillende stadia (hij doet boete, ontvangt de sacramenten) maakt Elckerlijc zich klaar om te sterven. Moraal van het verhaal: om in de hemel te raken, kun je maar beter een zuiver geweten hebben.
DAAR is Roths everyman ook naar op zoek. De hoofdfiguur, al gestorven aan het begin van het verhaal, had zich tijdens zijn laatste jaren teruggetrokken uit zijn New Yorkse bestaan, na zijn hele leven als art director en later creative director in de reclamewereld te hebben gewerkt. In een oord voor bejaarden vlak bij de kust schilderde hij elke dag. Op de nacht voor een operatie overloopt hij zijn drie huwelijken en drie scheidingen, zijn twee zonen die hem verachtten en zijn ene dochter die hem verafgoodde. Wat is er allemaal misgelopen in zijn leven?
De man zonder naam is niet de verteller van de roman. Dat is een instantie die over het verhaal zweeft en zijn verhaal begint bij de begrafenis van de man, op een vervallen joods kerkhof, weggestopt tussen kruimels beschaving in New Jersey. Daarna begint de verteller everyman’s leven te vertellen, en richt zich op diens confrontaties met de dood.
Ooit zag de man als jongen een lijk aanspoelen, een matroos van een door Duitsers getorpedeerd tankschip. Zijn eerste rechtstreekse aanraking met de dood speelt zich echter in een ziekenhuis af. Hij moet geopereerd worden voor een liesbreuk. In het bed naast hem ligt een andere jongen. ’s Nachts wordt hij wakker. De jongen naast hem is omringd door dokters die iets doen, maar wat? De volgende ochtend is het bed leeg. Op de lege plaats ligt de dood. Roth vertelt het strak, maar met veel ingetogen onmacht die perfect de radeloosheid van die kleine jongen verbeeldt over dat verlaten bed.
Die alwetende verteller is geniepig (en Roth is een groot schrijver die dat soort onzichtbare dingen in zijn boek stopt). Hij vertelt namelijk in de verleden tijd over de hoofdfiguur. Toen deed hij dat en toen dacht hij dat. Zo krijgt het verhaal iets rustgevends: het is toch allemaal achter de rug, zelfs zijn dood, het kan ons niet meer raken. Die rust staat in een schril contrast met de onrust van het hoofdpersonage over zijn nakende sterven. Door die wrijving tussen rust en onrust begint het verhaal emotioneel te leven. De (be)rust(ing) tegenover doodsangst. Toch vindt everyman op het einde een zekere rust. Roth – atheïst – suggereert dat die rust ligt in de verbondenheid met voorouders, in de berusting dat je een geschiedenis deelt met anderen. Maar zijn moraal is vaag en intuïtief en dus eigenlijk geen moraal. Everyman is op dat moment op geniale wijze ontdaan van zijn traditie als allegorie, als morality play .
Philip Roth brengt zijn verhaal op een tweede manier tot leven, namelijk door het strak te componeren. Alle passages vloeien heel mooi in elkaar over. Die controle over zijn verhaal, die hechte en zelfverzekerde compositie, wringen met de oncontroleerbare dood en de twijfels van de everyman . Want een heftiger voorstelling van je machteloosheid dan de dood is niet denkbaar. Het hoofdpersonage zwom in zijn jeugd graag tegen de golven in. Het deed hem jubelend beseffen hoe sterk en onoverwinnelijk zijn lichaam was. Nu moet hij de ene hartoperatie na de andere ondergaan. Zijn lichaam is nu de incarnatie geworden van zijn onvermijdelijke lot: de dood. Roth heeft in vorige boeken seks een wraak op de dood genoemd, maar hier wordt duidelijk dat die wraak hopeloos is. Zijn drie huwelijken hebben van de everyman geen onsterfelijke mens gemaakt.
De hoofdfiguur bezwoer zijn dochter steeds stoïcijns te blijven. ,,Neem het leven zoals het komt. Hou vol en neem het zoals het komt. Er is geen andere manier.” Zijn levensverhaal is geen ontkenning van dat principe. Wel doet het je inzien dat die aanvaarding een bijna onmenselijke opdracht is, zeker wanneer het om de dood gaat. Een variant op zijn stoïcistische principes schreeuwt hij zijn afwezige zonen toe, die hem de scheiding van hun moeder nooit hebben vergeven: ,,Zou het allemaal minder eenzaam zijn geweest dan het nu is? Ja, natuurlijk! Maar dit is de man die ik ben geworden. Dit is wat ik gedaan heb om hier te komen en daarmee uit.” Hij roept het uit met alle mogelijke wanhoop. Want hij heeft wel degelijk spijt van al zijn avontuurtjes, zijn overdadige midlifecrisis, zijn bedrog en onstandvastigheid, van het onherroepelijke verlies van zijn geloofwaardigheid. Roth dramatiseert, met minimale middelen maar daardoor des te sterker, die onmacht om te leven met de principes die je jezelf altijd hebt voorgehouden, in de blessuretijd van het leven.
DEZE roman wordt ook gedragen door nostalgie. Philip Roth schrijft al heel zijn leven over de joodse gemeenschap in Newark, even buiten New York. In zijn boeken heeft die stad mythische proporties gekregen. Hier is de vader handelaar in juwelen, de vader van Roth was verkoper van verzekeringen. Maar de beschrijving van de omgeving komt veel minder op de voorgrond dan in de vorige romans. Hier draait alles rond de dood. Hoe kijk je die in de ogen?
De enkele zwakke momenten in de plot zijn die waarin de hoofdfiguur het uitschreeuwt en door de strakke stijl van het boek wil breken. Dat lukt niet. Roth heeft niet de instrumenten om die opwellingen overtuigend te verbeelden. Bovendien lijken ze te veel op persoonlijke afrekeningen.
Maar verder is dit een indrukwekkende roman. De zelfverzekerdheid en precisie waarmee Philip Roth de onmacht van zijn personages en ongetwijfeld ook van zichzelf in woorden brengt, is van een hogere orde.
Alleman is een koel boek en toch raakt het je ziel. Hoewel het geen grootschalige plot heeft, is het ronduit indrukwekkend in de harde verbeelding van angstaanjagende intimiteit. Het raakt de grote thema’s aan van de dood, aanvaarding en levensdrift, maar het wordt op geen enkel moment drammerig. In het licht van het einde schrijft Philip Roth alsof hij het eeuwige leven bezweert.
PHILIP ROTH. Alleman. Vertaald door Ko Kooman, De Bezige Bij, Amsterdam, 208 blz., 17,50 euro.
Oorspronkelijke titel: ‘Everyman’.
Jeroen Overstijns
———————————————————————————————————————
gelezen: koudegolf van Arnaldur Indridason
Na een aardbeving wordt in het zand van het meer het skelet gevonden van een man. Men vindt ook een papier met Russische inscripties. Aan het politieteam wordt gevraagd onderzoek te verrichten. Erlendur en zijn collega’s gaan aan de slag. Het onderzoek brengt hen naar de tijd van de koude oorlog.
Persrecensies uit IJsland bij het nieuwe boek: Kleifarvatn
December 2004. Kleifarvatn is de eerste IJslandse misdaadroman die in eigen land genomineerd is voor de literatuurprijs.
recensie uit crimezone.nl:
Arnaldur Indrïason weeft twee verhalen door elkaar. Het verhaal over Oost-Duitsland ten tijde van de Koude Oorlog en het onderzoek naar het gevonden skelet in de huidige tijd. Het kost geen enkele moeite te schakelen tussen de beide verhaallijnen. De structuur en opzet zijn helder en gaandeweg komen tijdslijnen samen.
Het privè-leven van Erlendur en de problematische relatie met zijn dochter Eva Lind en zijn zoon Sindri Sn�r vormen een onderdeel van het verhaal. Het is overigens de eerste keer in de serie dat de lezer kennismaakt met de zoon van Erlendur. Eva Lind kwam in vorige titels voorbij. Sindri niet.
Zoals uit eerdere delen van de serie bleek is ‘vermissing’ een terugkerend thema in het leven van Erlendur. In Koudegolf is dit een rode draad die op meerdere manieren wordt uitgewerkt. Onzekerheid bij nabestaanden over het lot van vermisten en het niet kunnen afronden van een rouwproces worden zichtbaar.
Is het een somber boek? Nee, ik vind van niet. Melancholie komt weliswaar voorbij maar er is ook humor in de vorm van droogkomische beschrijvingen van gedachten en observaties van Erlendur en anderen. De behoudzucht van de commissaris is soms geestig en aandoenlijk.
De spanning in de boeken van Indrïason zit in het willen ontrafelen van de puzzel vanuit betrokkenheid bij de lotgevallen van de personages.
Deze schrijver blinkt uit door zijn sobere stijl met krachtige dialogen; het lijkt alsof er nooit teveel wordt gezegd. Alsof al het overbodige is geschrapt waardoor dat wat er echt toe doet, overblijft. De personages zijn vaak gewone mensen die door omstandigheden of door verkeerde keuzes in nood zijn gekomen. Dat maakt hun lotgevallen herkenbaar en brengt het verhaal dichtbij.
Indrïason beschrijft, vanuit een historische context, herkenbare universele thema’s. die onopgesmukt en zachtmoedig worden opgetekend. Hierdoor is ook ‘Koudegolf’ weer een intens en ontroerend verhaal.
Dit boek is in eigen land genomineerd voor de literatuurprijs. Begrijpelijk, de hokjesgeest overwonnen.
——————————————————————————————————————
Het Huis van de Moskee – Kader Abdolah
Uitgeverij De Geus
http://www.nu.nl/
(Lezersrecensie Adam Çetindag)
Gisteren heb ik met een diepe zucht het laatste werk van Kader Abdolah dichtgeslagen. Het Huis van de Moskee behandelt het relaas van een familie in de Iraanse of Perzische stad Senedjan.
Deze familie, onder aanvoering van de pater familias Aga Djan, bestaat uit een veelvoud aan karakters die ieder hun eigen boeiende eigenschappen hebben. Ieder persoon heeft zijn beweegredenen om te strijden voor persoonlijke vrijheid binnen de veranderende wereld rond de Islamitische Revolutie eind jaren ’70 van de vorige eeuw.
Grondslagen Islam
Kader Abdolah geeft het beeld van een familie die leeft volgens de grondslagen van de Islam, maar waarbij de puur menselijke aspecten van deze religie de boventoon voeren. Op het moment dat de ayatollahs (of Islamisten) de macht grijpen wordt het duidelijk dat deze vorm van fundamentalisme nooit door de meerderheid van het volk gevraagd is. Abdolah beschrijft hoe men in opstand komt, hoe de emoties de overhand nemen en vooral hoe de mensen die jaren naast elkaar stonden opeens tegenover elkaar staan. Vooral dit laatste is voor velen fataal geworden.
Een andere kijk
Opvallend is de kijk die ons wordt gegund in het leven van de door westerlingen verguisde ayatollah Khomeini. De vele negatieve verhalen worden, zonder deze geheel te ontkennen, in een ander daglicht gesteld waardoor de lezer een hele andere kijk krijgt op de beweegredenen en handelingen van deze revolutionair leider. Niemand krijgt de schuld van het leed die plaatsvond tijdens de revolutie. Het wordt op een bepaald moment zelfs voelbaar dat niet de revolutie zelf de oorzaak van het leed is, maar eerder de periode ervoor, ten tijde van de Sjah en zijn vrouw Farah Diba.
Het boek is een mengeling van oosterse schoonheid (de veelvuldige beschrijvingen van het landschap waarin men leeft), een geschiedenisles (een duidelijke lijn in de historische gebeurtenissen die Iran hebben gevormd tot de staat die het nu is) en een tragische familie-epos waarbij in iedere personage wel iets van jezelf kan worden teruggevonden.
met Mirza lig ik regelmatig overhoop.
zijn romans zijn beeldschoon.
wat me voor de zoveelste keer verbaasd is het gemak waarmee ik in zijn ‘levens’ spring.
de magie van rituelen die in een moskee niet wezenlijk anders zijn dan die in de katholieke kerk vroeger op het platteland.
de schurkachtigheid van de machthebbers, het leven van een familie.
alles is herkenbaar.
maar niet het vluchten, niet de dreigingen, niet het alleen zijn daarin.
voor mij en in mijn dichtbij geluk, zijn ‘die gedanken frei’.
vraag me af of dat voor hem ook zo is.
———————————————————————————————————————-
16-07-2008
gelukkig de laatste tijd weer aan het lezen, ondekking:
Stieg Larsson

Ingenieuze vertelling
Stieg Larsson won in 2005 de Glazen Sleutel, de prijs voor de beste Scandinavische misdaadroman, met Mannen die vrouwen haten. Reden genoeg voor nieuwsgierigheid naar deze Zweedse misdaadroman.
Mikael Blomkvist en Lisbeth Salander zijn de hoofdpersonen. Hij is journalist en raakt betrokken bij een schandaal. Ongeveer tegelijkertijd wordt hij benaderd door zakenman Henrik Vanger die aan het hoofd staat van een familie-imperium. Deze Henrik is geobsedeerd door de verdwijning van zijn nicht Harriët ongeveer veertig jaar geleden. Het raadsel is nooit opgelost en hij vraagt Mikael een laatste poging te ondernemen. Mikael sluit zich op en spit – tegen de achtergrond van een ijzig koude omgeving – alle dossiers door. Misschien vindt hij een los draadje of een aanwijzing die over het hoofd is gezien?
Lisbeth Salander is een hacker. Ze is jong, buitengewoon eigenzinnig, staat onder curatele en slaat feilloos feiten op in haar geheugen. Van gevoelens heeft ze geen verstand. Lisbeth en Mikael Blomkvist kennen elkaar aan het begin van het boek niet maar via een ingenieuze opbouw komen de lijnen samen.
Stieg Larsson heeft een dik boek afgeleverd dat 560 pagina’s telt. In het begin van het verhaal zet hij de fundamenten neer voor zijn bouwwerk. Dat doet hij prima. De lezer raakt misschien even in verwarring bij de introductie van de familie Vanger met de vele neven en nichten, maar dit duurt relatief kort want de auteur houdt de touwtjes stevig in handen. Daarnaast introduceert hij enkele schema’s en plattegronden, zoals we die ook kennen uit de boeken van Minette Walters.
Mannen die vrouwen haten bevat meerdere verhalen : dat is een kracht.
Een geslotenkamer-mysterie naast een schandaal met wereldwijde vertakkingen. Het aloude puzzelen en deduceren op de vierkante centimeter staat naast de allernieuwste opsporingsmethoden met behulp van computernetwerken. Oude en nieuwe tijd vloeien mooi in elkaar over. Het raadsel van de verdwijning van Harriet, 40 jaar geleden, speelt naast corruptie in de 21 eeuw.
Dit alles levert een buitengewoon interessant boek op met veel variatie. Mikael Blomkvist en Lisbeth Salander groeien uit tot krachtige personages die het boek met gemak dragen.
Afwisseling, markante hoofdpersonen, meerdere verhaallijnen en een boeiende schrijfstijl maken Mannen die vrouwen haten tot een opmerkelijke, spannende en ingenieus geconstrueerde misdaadroman. Knap werk! Een glorieus debuut.
Auteur Stieg Larsson was journalist en schrijver, hij overleed in 2004 op jonge leeftijd. Postuum verscheen een trilogie. ‘Mannen die vrouwen haten’ is het eerste deel. Tragisch dat de schrijver zijn succes niet meer heeft mogen meemaken.
Â

De vrouw die met vuur speelde is het tweede deel uit de Millennium-trilogie van Stieg Larsson. Evenals het eerste deel Mannen die vrouwen haten is het een vuistdik boek van 568 bladzijden. Hoofdpersonen zijn wederom Mikael Blomkvist en Lisbeth Salander. Hij is een charmante man, uitgever van Millennium, een kritisch tijdschrift dat misstanden in de Zweedse samenleving aan de kaak stelt. Lisbeth is een wiskundig genie die in sociaal opzicht volledig op eigen kompas vaart. Haar gevoel voor sociale verhoudingen is slecht ontwikkeld en ze heeft een eigenzinnig moreel besef. Daarnaast is ze een bijzonder getalenteerde computerhacker.
In De vrouw die met vuur speelde staat het tijdschrift Millennium op het punt om met een opzienbarende onthulling te komen over vrouwenhandel in Zweden. Dan worden twee journalisten vermoord die werkten aan dit thema. Alle verdenkingen gaan in de richting van Lisbeth Salander. Er valt nog een derde dode en weer wordt haar naam in verband gebracht met deze moord. Het gevolg is dat ze in heel Zweden wordt gezocht. Voor haar betekent dit: ondergronds gaan, onzichtbaar opereren en veel hacken.
De vrouw die met vuur speelde is een lijvig boek dat blijft boeien. Ondanks de omvang blijft de vaart er meestal flink in en volgen gebeurtenissen en dialogen elkaar in rap tempo op. Stieg Larsson vertelt een verhaal met ‘body’.
Lisbeth Salander en Mikael Blomkvist zijn de hoofdpersonen, maar tal van opmerkelijke andere personages komen voorbij. En toch is het niet lastig om ze van elkaar te onderscheiden. De auteur heeft flink geïnvesteerd in de verhalende kant en de gebeurtenissen worden vanuit meerdere perspectieven belicht. De ene keer is het woord aan de politie, daarna volgt Lisbeth Salander, Mikael Blomkvist of andere personages. Het gevolg is dat er veel afwisseling ontstaat waardoor het tempo hoog is en de spanning aanwezig blijft.
De belangrijkste persoon is ongetwijfeld Lisbeth Salander. Zij komt volop uit de verf en groeit als karakter. De lezer komt meer te weten over de achtergronden van haar persoonlijkheid. Aan het eind van het boek staan enkele verwijzingen naar Pippi Langkous. Ongetwijfeld vertoont zij op sommige punten verwantschap met Lisbeth Salander.
Lisbeth opereert in dit boek overwegend in haar eentje, hackt er stevig op los en haalt alles uit de kast. Dit levert soms spectaculaire scènes op.
Beetje bij beetje ontstaat helderheid over de moorden en het verband met Lisbeth Salander.
De finale is weliswaar enigszins overtrokken en een tikje ongeloofwaardig, maar het past wel bij het ‘Pippi Langkous- gehalte’ van Lisbeth Salander. Een ander kritiekpunt is dat Stieg Larsson soms iets teveel woorden nodig heeft.
Overeind blijft dat De vrouw die met vuur speelde een eigentijdse misdaadroman is over de journalistiek in Zweden gecombineerd met politiewerk, maatschappelijke vraagstukken en interessante personages. Â Een boek waarvan je de afloop wilt weten, na een leespauze is het oppakken van de draad van het verhaal gemakkelijk.
Een spannend leesavontuur voor meerdere donkere dagen en voorzien van tal van interessante ingrediënten voor de verfilmingen die in 2008 van start gaan.
Het derde boek uit de serie is gepland in Nederlandse vertaling voor november 2008 en zal waarschijnlijk gaan heten: Gerechtigheid.
Zelf zou ik deze boeken niet als bijzonder gekozen hebben, de titels bevallen me niet en de omslagen doen een genre vermoeden dat me niet ligt. Maar nu: in ieder geval 2 ( in het najaar zijn 3de?) fantastische boeken in de categorie literaire thriller, ik bedoel dan ook échte literaire thriller, want daar gaat iedereen maar mee aan de haal. Veel leesgenoegen, lekker dik, prima om na een paar dagen weer op te pakken en een sociale context die me bevalt.
en dan: Mankell

Inhoudsbeschrijving
Op een koude dag in januari 2006 doet de politie van het stadje Hesjövallen een verschrikkelijke ontdekking. Er heeft een bloedbad plaatsgevonden. Achttien mensen zijn op beestachtige manier vermoord. Een krankzinnige moordenaar moet aan het werk zijn geweest.
Als Birgitta Roslin, rechter in Helsingborg, de berichten erover leest, is ze met stomheid geslagen. Want bijna alle slachtoffers zijn verwanten van haar.
Omdat de politie geen enkel spoor van de dader vindt en geen enkel aanknopingspunt heeft voor verder onderzoek, besluit Birgitta de zaak zelf te onderzoeken.
Het onderzoek voert Birgitta naar het verleden en leidt haar naar verschillende continenten. Ze maakt hardhandig kennis met een nieuwe supermacht die zijn plaats opeist in de internationale arena. Â
een zeer breedsprakige roman? Mankellzelf zegt in zijn verantwoording dat het een roman is, Maar de Geus noemt het een actuele topthriller.Actueel is het zeker met de komende Olympische spelen in het vooruitzicht. Alle politiek beladen flashbacks (Â Mankel zelf?) van de hoofdpersoon doen me denken aan eind jaren 6o, en ook aan de knulligheid daarvan.
Zéér uitgesponnen en voor Mankell zijn doen ook niet zo leesbaar,ik durf het bijna niet te zeggen maar ik vond ook de plot nogal gezocht. Als je kijkt vanuit het leven van Mankell zelf , in Afrika en Zweden is e.e.a. beter te begrijpen.
__________________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________________
boeken 2009

     jan 2009

 jan 2009

 jan 2009

jan 2009