roeping


Fluit er een merel,dan voel ik geluk.

Fluit er een merel ten hemel schreiend mooi

in China terwijl ik niet in China ben;

heeft naar verluidt men hier ter stede merels

ook gehoord in het blauwe schemeruur

van 3 Februarij 1603; zal, naar verwacht mag

over zes weken, in mijn tuin hun lied weer

klinken; stel dat ik al op weg zal zijn

gegaan, naar China, of het onbekende

voorbij de grens van mijn bestaan – hoe nu hier

leven zonder geluk? Op eigen kracht te horen

wat de merel zo vaak zong, het moet

volstaan. De oren toegestopt, in stilte,

denk ik dag in dag uit mij in dat ik

die ene ben en steeds een ander,

die urenlang of even maar en waar ook maar

door eeuwen heen geluk heeft en de merel hoort.

Dan vangt in mij misschien het zingen aan.

Anneke Brassinga

(uit: Verschiet, 2001)


Dit bericht is geplaatst in Gedichten. Bookmark de permalink.